Paardenvolk brengt reddingshistorie tot leven
WEST AAN ZEE - Een beeld uit de Terschellinger historie is onlangs opnieuw tot leven gebracht. Bij West aan Zee gaven paardenhouders en voerlieden een indrukkenwekkende demonstratie van de vroegere werkwijze van het reddingswezen. Met twaalf Friese paarden werd de roeireddingboot 'Secretaris Schumacher'op een lanceerwagen over het duin naar de waterkant getrokken. Het schouwspel, dat in zestig jaar niet te zien is geweest, riep veel emoties op, zowel bij het publiek als bij het paardenvolk. "Ik kreeg de koude rillingen toen de paarden tegen het duin op in het tuig begonnen te hangen en de mensen gingen applaudisseren. Het voelde ook geweldig hoe we met dat hele span omhoog vlogen", zegt paardenhouder Wim van Schoonhoven. "Met tranen in de ogen en een brok in de keel stonden de toeschouwers te klappen en moedigden de paarden op de duinovergang aan", constateert ook Piet Smit ('dokter Piet') uit Lies, die de oefeningen en de demonstratie coordineerde.
De presntatie met de paardenreddingboot was een initiatief van de stichting die de roeireddingboot 'Secretaris Schumacher'restaureerde en er een bootwagen bij liet maken, met de gedachte de boot ooit weer met paarden in de branding van de Noordzee te lanceren. Van te water laten is op dit moment nog geen sprake; dat vraagt meer oefening van man en paard. Maar de demonstratie heeft het enthousiasme aangewakkerd en verdere training staat op de agenda.
De paardenmensen hebben voor de demonstratie diep in de historie moeten graven. Want hoe span je tien of twaalf paarden voor een bootwagen? Die kennis was niet meer op het eiland. In 1950 is het reddingstation van Oosterend opgeheven, Paal 8 kreeg reeds in 1938 een tractor, die boot had bovendien een motor en maakte roeiers overbodig. Zo is de techniek van het mennen en lanceren verloren gegaan. Door de filmopnamen van Sil de Strandjutter in 1976 is de zaak nog wat opgefrist toen de Terschellingers naspeelden hoe de boot te water ging. Slechts een enkele eilander wist op dat moment nog van de hoed en de rand. Die kennis is op film vastgelegd en diende de mannen van nu tot leidraad. "Beeldje voor beeldje is afgedraaid om de details van haken en ogen, spoorstokken en evenaars te bestuderen", vertelt Smit. "Dat is het grote verschil met Ameland", zegt Van Schoonhoven. "Daar werden de paarden tot 1990 door de Reddingmaatschappij gebruikt, en vervolgens als toeristische attractie ingezet. Wij zaten met een gat van zestig jaar en hadden geen materiaal meer."
Waarom lopen er Friezen voor de reddingboot en geen Groninger paarden, zoals op Ameland? "De Friezen zijn mak en willen ook best trekken"", aldus Piet Smit. "Het stikt hier van de Friezen. Rond 1900 hadden de boeren allemaal werkpaarden, dus liepen die toen voor de reddingboot. Maar in de Franse Tijd werd hier op het eiland een eigen Terschellinger ras gefokt. Kleine, maar sterke paardjes, ze leken op de Friezen. Die zullen toen ook de boot hebben getrokken. Je kiest dus wat je voorhanden hebt."
Daan Pootjes, Cor Zorgdrager, Wiemet Wortel en Rients Terpstra leverden elk een span paarden. De viervoeters van Remi Hoeve en Martha de Vries vormde een span en die van Harry Smit en Jan Terpstra ook. Arie Doeksen uit Formerum, ook al een paardenman in hart en nieren, smeedde de groep tot een eenheid. Gossen Smit uit Formerum zorgde voor het touwwerk. Diverse vrijwilligers waren present om de paarden te begeleiden. Bij het Friesche paardenstamboek werden de verrichtingen van de Terschellingers met belangstelling gevolgd. Diverse kopstukken uit de paardenwereld namen het spektakel op het strand in ogenschouw.
Bron: Persbureau 't Wakend Oog - Terschelling - juni 2010
|